Nota verbonden partijen en overige samenwerking in West-Brabant
Leeswijzer
Voor u ligt de nota verbonden partijen en overige samenwerking in West-Brabant 2024 welke tot stand is gekomen na uitgebreide consultatie van gemeenten en verbonden partijen in West-Brabant. Deze nota geldt voor de periode 2024-2028. Dit betekent dat we deze nota in 2027 evalueren en actualiseren.
In hoofdstuk 1 werken we het begrip verbonden partij nader uit. Ook geven we in dit hoofdstuk de algemene afspraken tussen colleges en gemeenteraden weer voor samenwerking die (nog) niet op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) of het Burgerlijk Wetboek (BW) plaatsvindt. In hoofdstuk 2 formuleren we de afspraken die gelden voor de publiekrechtelijke verbonden partijen op grond van de Wgr. In hoofdstuk 3 behandelen we de afspraken die gelden voor de privaatrechtelijke verbonden partijen op basis van het BW. De opbouw van deze drie hoofdstukken is gelijk. Dit betekent dat u in het hoofdstuk zelf de geldende afspraken leest met waar nodig een korte toelichting.
Om de nota voor dagelijks gebruik eenvoudig toegankelijk en prettig leesbaar te maken hebben we in de hoofdstukken 1, 2 en 3 de tekst op hoofdlijnen gehouden.
Let op: bij dit document horen ook 2 uitgebreide bijlagen waarin onder andere uitgebreide toelichting wordt gegeven op de afspraken. Kunt u geen gebruik maken van het pdf-bestand, en wilt u graag kennisnemen van de bijlagen? Laat dit dan weten.
VERSIE: DEFINITIEF 12 MAART 2024
1. Inleiding
De opgaven waar gemeenten voor staan houden niet op bij de gemeentegrenzen en spelen steeds vaker op regionaal niveau. Om deze opgaven op te pakken werken gemeenten samen. Deze samenwerking wordt vormgegeven in verbonden partijen op basis van de Wgr of het BW. Echter ook zonder formele structuur geven gemeenten samenwerking vorm. Te denken valt aan bijvoorbeeld Regionale Investeringsagenda (RIA), Regionale Energiestrategie (RES), Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (PMIEK), regionale Woondeals enz. Steeds vaker wordt samengewerkt op bestuurlijk en ambtelijk niveau (tussen colleges en ambtelijke organisaties) waarmee invulling wordt gegeven aan rijks-, provinciale of regio opgaven.
Wat is een verbonden partij?
Het begrip ‘verbonden partij’ is ontleend aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarin staat dat een verbonden partij een privaatrechtelijk of publiekrechtelijke organisatie is waarin de provincie of gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Een financieel belang wordt gedefinieerd als een aan de betrokken organisatie ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien die organisatie failliet gaat, dan wel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de organisatie haar verplichtingen niet nakomt.
Waarover gaat de nota verbonden partijen en overige samenwerking?
Het komen tot en het werken met een verbonden partij kent vier fasen: ‘ontwerpen’, ‘oprichten’, ‘beheersen & samenwerken’ en ‘evalueren’. Voor de fasen ‘ontwerpen’ en oprichten’ verwijzen we kortheidshalve naar de publicatie “Intergemeentelijke samenwerking toegepast” van de VNG en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: intergemeentelijk-samen_20150528.pdf (vng.nl). Deze nota handelt over ‘beheersen en samenwerken’ en ‘evalueren’. In deze nota gaan we achtereenvolgens in op de afspraken over publiekrechtelijke samenwerking op grond van de Wgr enprivaatrechtelijke samenwerking op basis van het BW. In dit hoofdstuk geven we de algemene afspraken weer bij samenwerking zonder dat sprake is van een verbonden partij.
Waarom is een nota verbonden partijen nodig?
Het BBV schrijft voor dat de gemeentelijke begroting een verplichte paragraaf verbonden partijen bevat. Deze paragraaf bevat ten minste de visie op en de beleidsvoornemens van verbonden partijen en de lijst van verbonden partijen, die wordt onderverdeeld in:
- Gemeenschappelijke regelingen;
- Vennootschappen en coöperaties;
- Stichtingen en verenigingen;
- Overige verbonden partijen.
De paragraaf verbonden partijen in de gemeentebegroting is daarmee ook kaderstellend. De betekenis daarvan is onder meer afhankelijk van de vraag of er een door de raad vastgestelde actuele nota verbonden partijen aanwezig is die een zelfstandige kaderstellende rol heeft. Als dat zo is, kan de paragraaf verbonden partijen in de begroting voor wat betreft de visie op en beleidsvoornemens van verbonden partijen worden beperkt tot een verwijzing naar betreffende kadernota verbonden partijen. Met het opstellen van deze nota leggen we de visie op en beleidsvoornemens van verbonden partijen in West-Brabant vast.
Waarom actualiseren we de nota verbonden partijen?
In 2015/2016 stelden de gemeenteraden in West-Brabant een gelijkluidende nota verbonden partijen vast. In 2020 is de werking van deze nota geëvalueerd. In 2021 besloten de gemeenteraden in West-Brabant over deze evaluatie. De werkingsduur van de nota werd verlengd in afwachting van een herijkte nota. Afgesproken werd om de nota te herijken op basis van de resultaten van de uitgevoerde evaluatie en de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, die per 1 juli 2022 van kracht werd. Ook werd afgesproken om in overleg met de regio Midden-Brabant te onderzoeken of gekomen kan worden tot één nota verbonden partijen voor heel Midden- en West-Brabant.
In deze nota verwerken we enerzijds de wijzigingen van de Wgr die per 1 juli 2022 van kracht zijn en gericht zijn op het geven van meer en betere handvatten aan volksvertegenwoordigers om invloed uit te oefenen op de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen en om hun controlerende taken uit te voeren. Anderzijds geven we invulling aan de conclusies uit de evaluatie van de nota uit 2015/2016. Deze conclusies luidden samengevat: “De nota functioneert over het algemeen goed, al kunnen vragen worden gesteld bij het, volgens sommigen, te formele karakter ervan. Hiermee wordt bedoeld dat de nota een goed stramien geeft voor de stroomlijning van de planning- & controlcyclus (P&C-cyclus), maar onvoldoende handvatten geeft om met elkaar het gesprek aan te gaan over de inhoud van de dienstverlening door de verbonden partij. Bij eventuele aanpassing van de nota klinkt de roep het vooral praktisch en niet al te formeel te houden, en meer de dialoog aan te gaan over de inhoud en de uitvoering van de werkzaamheden.” Met de nu voorliggende nota geven we invulling aan de wens om de betrokkenheid van de raden op inhoud en cultuur, in plaats van de betrokkenheid enkel op financiën, centraal te stellen.
Om goed op inhoud te kunnen sturen, leggen we afspraken in deze nota vast. Deze afspraken gaan over informatie(verstrekking), afstemming en aansturing, kaderstelling en het proces van planning&control.
Verder kent de nota een nieuw hoofdstuk. Hoofdstuk 3 gaat specifiek in op samenwerkingen op basis van het BW.
Kernbegrippen waarlangs deze nota tot stand is gekomen zijn:
- Een duurzame financiële en bestuurlijke relatie
- Maatschappelijk rendement
- Good governance
Deze begrippen werken we in bijlage 1 nader uit.
Algemene afspraken bij samenwerking
We constateren een behoefte aan een vorm of structuur die een breed gesprek faciliteert over vormen van samenwerking waarvoor (nog) geen formele structuur bestaat. Het gaat er daarbij om dat gemeenteraden geïnformeerd en betrokken worden en blijven. Hoewel deze samenwerking geen verbonden partijen zijn, geven we hieronder wel een werkwijze weer die in de behoefte aan informatievoorziening en betrokkenheid van gemeenteraden voorziet. Dit noemen we de algemene afspraken bij samenwerking zonder dat (al) sprake is van een verbonden partij. Deze algemene afspraken gaan in op de wijze van invulling van de actieve informatievoorziening vanuit de colleges aan de gemeenteraden.
Afspraak 1.1. Elke vorm van samenwerking begint bij duidelijke afspraken over bevoegdheden, verantwoordelijkheden, kaders en verantwoording
De volgende kaderstellende afspraken leggen we vast over samenwerking tussen gemeenten onderling maar ook van gemeenten met onderwijs, ondernemers en andere overheden buiten het kader van de Wgr en het BW:
- Sleutel tot goede samenwerking is het vinden van de balans in bevoegdheden,
verantwoordelijkheden, verantwoordingsplichten en partnerschap. Zo creëer je samen
maatschappelijke meerwaarde voor de gemeenten in West-Brabant; - Colleges van B&W moeten ruimte hebben om (mogelijke) samenwerkingsvormen te
verkennen en voorbereidingen te treffen om daadwerkelijk tot een samenwerkingsvorm te komen. De actieve informatieplicht op basis van artikel 169 lid 2 Gemeentewet is hierop van toepassing; - Voordat colleges van B&W besluiten tot het aangaan van een samenwerking buiten het
kader van de Wgr of het BW bieden ze aan de raad:
o Informatieverstrekking via een radenbijeenkomst zoals beschreven in afspraak 2.1;
o Een voorstel aan waarin ten minste wordt beschreven welke maatschappelijke effecten met de samenwerking behaald moeten worden, de beleidsmatige en financiële kaders waarbinnen deze maatschappelijke effecten behaald moeten worden, waarom de samenwerking niet publiekrechtelijk of privaatrechtelijk vormgegeven kan worden, mijlpalen waarover de gemeenteraden moeten besluiten, momenten waarop gemeenteraden de mogelijkheid wordt geboden om wensen en bedenkingen kenbaar te maken, de verdeling van de taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, de wijze en de periodiciteit van verantwoorden aan de raden en de risico’s die de gemeenten lopen inclusief de wijze waarop deze worden beheerst;
o De mogelijkheid om op bovenstaand voorstel wensen en bedenkingen kenbaar te
maken;
o Periodieke verantwoording via de planning- & controlcyclus inclusief de
mogelijkheid om bij te sturen wanneer deze verantwoording daar aanleiding toe
geeft.