Een verzoek om een vergunning wordt getoetst aan de landelijke wetgeving, de leegstandwet. Om in aanmerking te komen voor een vergunning op grond van de leegstandwet gelden de volgende voorwaarden.
De vergunning wordt alleen verleend als:
- de woonruimte leegstaat op moment dat de vergunning wordt aangevraagd.
- de woonruimte te koop staat.
- de eigenaar kan aantonen dat de te verhuren woonruimte in voldoende mate bewoond zal worden.
- er nog niet eerder een vergunning voor dezelfde woonruimte is afgegeven.
- De schriftelijke huurovereenkomst moet minimaal voor een periode van zes maanden worden aangegaan. De vergunning geldt voor maximaal vijf jaar en kan daarna niet meer verlengd worden.
- Voor de verhuurder geldt een opzegtermijn van minimaal drie maanden. Voor de huurder is de opzegtermijn maximaal één maand.
Er kleven mogelijk ook nadelen aan het tijdelijk verhuren van woonruimte. Laat u daarom eerst goed infomeren. Ook dient u met uw hypotheekverstrekker te overleggen want ook zij dienen met de tijdelijke verhuur akkoord te gaan.